Witold Marian Gombrowicz (1904-1969)- romanschrijver, novellist, dramaturg, essayist. Hij schreef onder de pseudoniemen G.K., Zdzisław Niewieski, Alexandro Ianka, Mariano Leongiry en Jorze Alexandro. Hij ronde zijn studies Rechten af aan de Universiteit van Warschau en begon daarna zijn carrière in de rechtspraak. Na zijn geslaagde debuut “Dagboek van de adolescentie” (1933) wijdde hij zich uitsluitend aan de literatuur.
"Ferdydurke" (1937) gaf hem zekere faam temidden van de toenmalige auteurskringen. Een maand voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vertrok hij op reis naar Argentinië, waar hij ook bleef bij het uitbreken van de oorlog, en waar hij woonde tot 1963. Aan het begin van de jaren ’50 begon hij ‘Het Dagblad’ te publiceren in het Parijse blad ‘Kultura’. Aan het Literair Instituut in Parijs publiceerde hij daarnaast andere werken: ‘Trans-Atlantyk’ (1953), ‘Het huwelijk’ (1953), ‘Pornografia’ (1960) en ‘Kosmos’ (1965). In 1963 ontving hij een jaarbeurs van de Ford fundatie voor een veblijf in West-Berlijn. Vanaf 1964 leefde hij in Parijs, waar hij stierf aan een astma-aanval. Twee van Gombrowicz’ romans werden verfilmd: ‘Pornografia’, geregiseerd door Jan Jakub Kolski, en ‘Ferdydurke’ in een regie van Jerzy Skolimowski. 2004 werd in Polen het Gombrowicz-jaar, ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de geboorte van de schrijver.
