Wikimedia Commons
Józef Piłsudski (1867-1935) is voor vele Polen vooral het symbool van het herwinnen van de onafhankelijkheid door Polen. Voordat het tot de gebeurtenissen in 1918 kwam legde de Maarschalk een lange, en dikwijls, dramatische weg af. Vanaf 1895 was hij de voorzitter van het Centrale Arbeiders Comité. Hij was voorstander van het idee om het socialistische gedachtengoed te verbinden met het streven naar een onafhankelijk Polen. Tijdens de oorlog in het Verre Oosten bezocht hij Tokio (juli 1904), waar hij Japan probeerde over te halen om een Poolse opstand in het door Rusland bezette deel van Polen te steunen.
Na het uitbreken van de revolutie in Rusland kwam hij aan het hoofd te staan van de Strijdorganisatie van de PPS (Poolse Socialistische Partij) en later van de Bond voor Actieve Strijd. Hij leidde officieren en onderofficieren op en in Galicië organiseerde hij paramilitaire schietverenigingen. Hij creëerde de Poolse schatkist en het Tijdelijke Comité van Confederaties van Onafhankelijkheidsbewegingen, die hem tot opperbevelhebber van alle Poolse strijdkrachten benoemde.
Hij nam anti-Russische standpunten in (hij achtte Rusland de grootste vijand van een onafhankelijk Polen) en hij concentreerde zich op een tactische samenwerking met de centrale mogendheden. Hij had het bevel over de 1e Brigade Poolse Legioenen en behaalde diverse overwinningen op het Russische front.
Poolse legioenen in Krakau in 1914. Wikimedia Commons
In juli 1916 vertrok hij bij de Legioenen en verliet het principe om de Poolse belangen te koppelen aan een overwinning van de centrale mogendheden. Dit leidde tot de "eed crisis", waarbij Józef Piłsudski werd gearresteerd en gevangen werd gezet in Maagdenburg. Gelijktijdig groeide zijn autoriteit in de ogen van zijn landgenoten.
Na zijn vrijlating in Maagdenburg nam hij de macht over uit handen van de Regentenraad (november 1918) en werd benoemd tot Tijdelijk Staatshoofd. Gedurende de eerste maanden van de onafhankelijkheid vormde hij een coalitieregering en onderstreepte zijn onpartijdigheid. In januari 1919 smeedde hij de coalitieregering onder leiding van Ignacy Paderewski.
Poolse regering 1918, Wikimedia Commons
Na de parlementsverkiezingen bleef hij staatshoofd maar zijn bevoegdheden werden ingeperkt. Ondanks dat bleef Piłsudski invloed uitoefenen op de samenstelling van volgende coalitieregeringen en op het Poolse buitenlandse beleid. Hij was voorstander van een federatief programma, dat door Litouwse, Oekraïense en Wit-Russische politici met reserves werd ontvangen. De Russische tegenstand leidde tot de Pools-Bolsjewieke oorlog (1919-1921), dat met een militaire overwinning voor Polen werd afgesloten maar het lukte Piłsudski niet om zijn plannen te realiseren, hetgeen een verzwakking van zijn politieke positie betekende.
De in 1921 aangenomen Maart Grondwet beperkte de bevoegdheden van het staatshoofd tot uitsluitend representatieve taken. Piłsudski besloot derhalve om zich niet kandidaat te stellen voor de presidentsverkiezingen en in 1923 nam hij afstand van al zijn publieke functies.
In de daaropvolgende jaren concentreerde hij zich op zijn voormalige kameraden uit het Legioen, verzetsorganisaties, linkse bewegingen en bewegingen van democratische intelligentsia. Gelijktijdig voerde hij een propagandacampagne om terug te keren naar de macht en bekritiseerde hij het leiderschap van de parlementaire democratie.
In mei 1926 greep hij, met behulp van het leger, de macht in een staatsgreep en keerde terug in de regering. Hij creëerde de onpartijdige Blok voor Samenwerking met de Regering en verwijderde zijn politieke tegenstanders. Toen zijn politieke groepering de parlementaire verkiezingen van 1930 won, delegeerde hij de beslissingen inzake het binnenlandse beleid naar zijn meest loyale politieke vrienden uit de zogenaamde "kolonelsgroep", terwijl hij zelf de zeggenschap behield over het buitenlandse beleid. In 1935 (vlak voor zijn dood) keurde hij het voorstel van Walery Sławek voor een nieuwe grondwet - de April Grondwet - goed, waarmee een presidentieel systeem in Polen werd ingevoerd.
Józef Piłsudski was ongetwijfeld een goede organisator en charismatisch leider en onder zijn landgenoten had hij veel gezag. Hij leidde Polen in de eerste jaren waarin het fundament van de staat werd gecreëerd. Toen hij in een democratie en de democratische principes van de regering niet de juiste weg zag voor het land, dat net haar onafhankelijkheid had herwonnen, streefde hij naar concentratie van alle macht in de handen van de president. Hij voerde in Polen regeringen in die met een "sterke hand" regeerden. Hij wordt echter bovenal gewaardeerd voor zijn patriottisme en zijn toewijding voor de Poolse zaak.
In Wielkopolska 1919, Wikimedia Commons