Warsaw 2.2 ºC
Contacteer ons

Maria Kazimiera d'Arquien

Onbekende Poolse schilder, 1670. Portrait van Maria Kazimiera d'Arquien als Magdalena.

 

De Poolse koning Jan III Sobieski en zijn echtgenote, de Franse aristocrate Maria Kazimiera de Grange d'Arquien (bekend in Polen als Marysieńka), is zonder twijfel één van de meest opmerkelijke liefdesgeschiedenissen in de wereld. Een belichaamd sprookje, met een liefde die het hele leven van een mens vervult.
Liefde, oorlog, de uitwisseling van liefdesbrieven gevuld met zorgen en een smachtend verlangen, verstuurd met boodschappers die honderden of duizenden kilometers moeten reizen. Sobieski en Marysieńka, de Poolse magnaat en de delicate, jonge Française. Zij kwamen uit andere werelden, maar werden één van de geliefdste Poolse koninklijke paren.
Koning Jan Sobieski, de overwinnaar van de Turken, door hen de Leeuw van Lechistan genoemd, en voor de overwinning bij de Slag om Wenen door paus Innocentius XI beloont met de titel Fidei Defensor (verdediger van het geloof), was ook een frequent bezoeker van de Franse salons. In zijn liefdesbrieven aan zijn echtgenote Maria Kazimiera d’Arquien spiegelde hij zich aan de Franse pastorale romans. De waarde van deze romans is enorm, omdat ze niet alleen de liefde voor het geloof bevatten maar ook een dagboek met de zorgen van de koning over het lot van het land op het slagveld.

Voordat hij koning werd
Hij, een vaandrig met een turbulent oorlogsverleden en zij, een hofdame bij de Poolse koningin Maria Ludovica Gonzaga, beloofd aan een ander. Zij leerden elkaar kennen tijdens één van de hofspelen in 1655. Waarschijnlijk kregen zij toen al gevoelens voor elkaar.
Maria Ludovica, koningin en echtgenote van de Poolse koning Jan Kazimierz Waza, had echter andere plannen voor Marysieńka. De koningin was voornemens haar pupil uit te huwelijken aan Jan Sobiepan Zamoyski, aanzienlijk vermogender dan Sobieski. Maria Ludovica wilde een reeks aan “hof schoonzonen”: vermogende magnaten getrouwd met Françaises, die onder invloed van hun vrouwen, gelieerd aan de koningin, het politieke beleid van het hof zullen uitvoeren.

 familie sobieski schilderij

Henri Gascar, 1693. Jan III Sobieski met zijn gezin.

 

Beroemde brieven
De liefde van Jan Sobieski en Maria werd niet verbroken door het huwelijk van Maria met Zamoyski. Het paar correspondeerde vele jaren met elkaar. Zamoyski overleed op 7 april 1665 en slechts anderhalve maand later trouwde Sobieski in het geheim met zijn destijds 24-jarige geliefde.

Het huwelijk, hoewel dit in sommige kringen als schandalig werd gezien gelet op de korte rouwperiode van de bruid na het overlijden van haar eerste man, was op de hand van het hof. Koningin Maria Ludovica met aan de hand de weduwe Marysieńka kocht de gunst van Jan Sobieski, aan de vooravond van de burgeroorlog.

Nadat koning Stanisław August van de Jagiellonen dynastie in 1572 zonder erfgenaam stierf, werden de volgende Poolse koningen gekozen door de Poolse adel (szlachta). Iedereen die lid was van de szlachta, kon met voldoende steun gekozen worden tot koning. Sobieski kon als een uitstekende bevelhebber op voldoende steun rekenen. Toen in 1673 de toenmalige Poolse koning Michał Wiśniowiecki stierf, koos de szlachta tijdens een verkiezing in de Sejm in 1674, Jan Sobieski als zijn opvolger. Jan werd koning van Polen en Marysieńka koningin van Polen.

Het paar werd verbonden door sterke gevoelens. Het bewijs van hun liefde zijn de brieven die zij als echtpaar elkaar toestuurden. Zij uit Warschau en hij uit militaire kampen en slagvelden, waaronder de beroemdste: bij Wenen. Door de jaren heen hebben zij geenszins hun kracht, wederzijdse betovering en verlangende toon verloren.

Mijn lieve vrouw, mijn mooiste vrouw, mijn grootste ziel en troostend hart! Jouw schoonheid, mijn gouden echtgenote, heeft bezit van mij genomen, zo veel dat ik gedurende de hele nacht mijn ogen niet kon dichtdoen. De Heer ziet, dat ik zelf niet weet of ik deze afwezigheid dragen kan; ik heb zelfs de hele voorbije nacht met M. Koniecpolski gesproken. Vandaag kan ik noch over eten, noch over slapen noch over iets anders denken. Ik zie dat je dankbare ogen zo betoverend zijn dat het onmogelijk zou zijn te volharden zonder deze en zorg, dat notre amour ne changera jamais en amitie, ni en la plus tendre qui fut jamais. Dat is zeker, dat ik sinds lange tijd heb gerealiseerd dat ik niet nog meer van je kan houden dan ik al doe; ik moet toegeven dat het niet meer is omdat het onmogelijk is meer lief te hebben, maar je vous admire steeds meer, je perfectie en goedheid en met zo een beeldschone ziel. Dat, in het hart van mijn koningin, daar wil ik zeker van zijn, dat de manier van wedergeboorte zal veranderen, zoals de schitterende Astree in haar Celadon zal herkennen. Brief uit 2-6-1665.

Jan III Sobieski beschreef op de volgende wijze zijn overwinning bij Wenen aan zijn vrouw

Mijn enige ziel en troostend hart, mijn mooiste en meeste geliefde Marysieńka! God en de Heer heeft voor eeuwig deze overwinning gezegend en onze natie roem gegeven, ongehoord eeuwenlang. Alle stukken, alle voorraden, alle rijkdommen zijn in onze handen gevallen. De vijand, die het slagveld en kamp heeft bezaaid met zijn lijken, vlucht weg in de chaos. Kamelen, muilezels, vee, schapen, die de vijand aan zijn zij had worden vandaag pas door onze troepen ingenomen, de Turken vluchten met grote haast (…). De Vizier is zo halsoverkop gevlucht, alleen op een paard en met één jurk. Ik werd zijn opvolger want na de zware strijd vielen bijna alle rijkdommen en schatten in onze handen, en in zijn kamp, begaven wij ons naar één van zijn kamers en tenten, zo groot als Warschau of Lwów binnen de muren. Ik heb al zijn Viziers symbolen en versieringen, die hij droeg; zijn mohammedaanse vaandel, die de keizer hem gaf voor deze oorlog en die ik vandaag nog naar de Heilige Vader in Rome met de snelle post. Tenten, wagens, alles is bezaaid, et mille d'autres galanteries fort jolies et fort riches, mais fort riches, zoiets heb ik nog nooit gezien. Il n'y a point de comparaison avec ceux de Chocim. Enkele duizenden robijnen en saffieren zijn tientallen rode złoties waard. Je zal geen ja tegen mij zeggen, mijn ziel, zoals Tataarse vrouwen zeggen tegen gewone echtgenoten die zonder oorlogstrofee terugkomen, „Jij bent geen idioot, die zonder oogst terugkomt”, omdat diegene die verovert aan het front moet zijn. Ik heb ook het paard van de Vizier met zadel en tuig; veel bereden maar wel gered. Gouden sabels uit het slagveld en andere oorlogskleding. Brief uit 12-09-1683

Marysieńka huwde niet meer na de dood van haar man op 17 juni 1696. In 1699 vertrok ze naar Rome, waar ze nog enkele jaren woonde. Aan het eind van haar leven vertrok ze naar Frankrijk, waar ze op 30 januari 1716 overleed. Tegenwoordig rust haar stoffelijk overschot naast het as van koning Jan III Sobieski in de Kathedraal op de Wawel in Kraków.

Bezoek ook Paleis van Jan III Sobieski in Wilanów (Warschau). 

 Paleis van Jan III Sobieski in Wilanów