Torun staat bekend om zijn lekkere peperkoek, maar in Polen noemen ze deze lekkernij 'Katarzynki'...
Heel lang geleden leefde er in Toruń een rijke en door iedereen gerespecteerde bakker, die ook burgemeester was. Hij heette Bartłomiej. Bogumił werkte voor hem en hij was verliefd op de mooie dochter van de burgemeester-bakker. Het mooie meisje heette Katarzyna. Ondanks dat Katarzyna zijn gevoelens beantwoordde, wou haar vader hun geen zegen geven voor een huwelijk omdat Bogumił veel te arm was, en de bakker wou een schoonzoon die minstens even rijk was als hijzelf.
De jonge bakker hield ervan te wandelen langs de verdedigingsmuren van Toruń en te dagdromen over zijn geliefde Katarzyna. Op een dag zat hij bij de vijver met een boeketje bloemen, dat hij voor Katarzyna geplukt had. Plots zag hij een bijtje in nood, het insectje was aan het verdrinken in de vijver. Bogumił kreeg medelijden, dus schepte hij het bijtje met een blaadje uit het water. Het kleine wezentje bedankte hem en vloog snel weg. Een tijdje later kwam opeens een grote bij op zijn schouder zitten, het was de Bijenkoningin. Ze was op de hoogte van de edelmoedige daad van Bogumił wou hem beslist belonen omdat hij haar zusje gered had. Ze verklapte hem het recept om een lekkere peperkoek te bakken. Ze vertelde hem dat hij bij het deeg wat honing en kruiden moest doen. Bogumił bedankte haar om de raad, nam het boeket bloemen en keerde terug naar Toruń.
In de bakkerij was iedereen druk in de weer, de koning kwam immers op bezoek. Bogumił begon meteen met het bakken van een peperkoek voor de koning. Hij herinnerde zich dat de Bijenkoningin nog zei dat hij moest goed moest opletten, want hij mocht het recept niet aan eender wie verklappen. Wanneer het deeg klaar was, maakte hij er twee hartjes van en legde het in twee circeltjes, die twee trouwringen symboliseerden. De peperkoek voor de koning was al snel klaar.
Later die dag maakte de koning dan zijn intrede in Toruń. De burgemeester en het stadsbestuur verwelkomden hem en onthaalden hem met gebakjes uit de bakkerij. Burgemeester Bartłomiej was erg verwonderd, dat de koning zo smulde van de peperkoek die Bogumił gebakken had. De koning vroeg, of ze de bakker, die de koek gebakken had, aan hem konden voorstellen. Bogumił stelde zichzelf voor en legde de koning uit dat de peperkoek zo lekker was omdat hij er wat honing en kruiden aan had toegevoegd. Hij bekende de koning ook dat terwijl hij de koek aan het maken was, hij de hele tijd met zijn gedachten bij de mooie Katarzyna zat, de dochter van de burgemeester. De koning luisterde ontroerd naar het verhaal van Bogumił en daarna keerde hij zich naar burgemeester Bartłomiej, die naast hem stond en vroeg hem of hij zijn zegen zou kunnen geven, zodat zijn dochter en Bogumił konden trouwen. De burgemeester durfde de koning niet tegenspreken en het paar kon eindelijk in het huwelijksbootje stappen!
De koning gaf Bogumił ook nog de titel van Meesterbakker en beloonde hem met vele goudstukken, zodat het een mooie bruiloft zou worden. De stad Toruń kreeg het recht de peperkoeken te bakken en in heel Polen te verkopen en de bakkerijen kregen het bevel de peperkoeken 'katarzynka' te noemen, om de liefde tussen Bogumił en Katarzyna te gedenken.