Zoals de onderzoeker van Poolse kerstliederen, Stanisław Dobrzycki vaststelt "Waarschijnlijk is nergens anders ter wereld de liederen voor Kerstmis zo een nationaal element, op wonderlijke wijze door het hele land geliefd en gekoesterd, zoals in Polen”
Het woord "kolęda" (Kerstlied) heeft een Latijnse oorsprong: bij de oude Romeinen betekende calendae de eerste dag van de maand, en vanaf de helft van de eerste eeuw, begonnen januari calendae het nieuwe jaar. Op die dag bezocht men elkaar, men wenste elkaar het allerbeste, er werden geschenken gegeven en er werd tevens liedjes gezongen ter ere van de wedergeboorte van de zon. Die oude traditie van festiviteiten (van het nieuwe jaar) kwam in de vroege middeleeuwen in de Balkan terecht en in het Slavische taalgebied: het Oud-Slavische woord “kolada” betekende vanaf die tijd een gift, een nieuwjaarsgeschenk en in bredere zin – de traditie om huizen te bezoeken “po kolędzie” met gelukwensen voor het nieuwe jaar, meestal gezongen met magische, rituele liederen. De oudste Poolse liederen van die soort zijn bewaard gebleven in een boek uit halverwege de 16e eeuw getiteld Ludycje wieśne. Vanaf het einde van de 16e eeuw krijgt het woord kolęda een tweede betekenis – naast de traditionele, rituele – de moderne betekenis: “een lied over de geboorte van Christus” (Jan Kochanowski, Sebastian Grabowiecki).
Kerstmis kan waarschijnlijk niet gevierd worden zonder het zingen van kerstliederen. De mooiste Poolse kerstliederen, zoals bijvoorbeeld "Bóg się rodzi, moc truchleje" (God is geboren, de krachten beven) of "Mizerna cicha" (Arm, kalm) zijn tegenwoordige klassiekers en worden in vele huizen en kerken in heel Polen gezongen. De auteurs van vele Poolse kerstliederen zijn niet bekend. De reden hiervoor is heel vaak het ontbreken van de manuscripten van die kerstliederen. Ondanks dat vergezellen deze kerstliederen de Polen tijdens Kerstavond, en geven hen daarbij vreugde en geluk tijdens Kerstmis.
"Gdy śliczna Panna" (De mooie Maria) – de mooiste kerstliederen zoals "Gdy śliczna Panna" behoren tegenwoordig tot een van de meest gezongen kerstliederen in Poolse huiskamers en kerken. De auteur van dit lied is niet bekend maar het is wel bekend dat dit lied uit het begin van de 18e eeuw komt. Het kerstlied “Gdy śliczna Panna" werd in het begin van zijn bestaan doorgegeven op handgeschreven teksten en daarna op gedrukte teksten in de 19e eeuw. De oudste bewaarde versie van dit kerstlied komt uit de 18e eeuw en bevindt zich in de collectie van de bibliotheek van de Jagiellonische Universiteit.
"Przybieżeli do Betlejem" (Ze kwamen aan in Bethlehem) – de oorsprong van dit lied dient gezocht te worden in de 17e eeuw. Net zoals bij vele andere Poolse kerstliederen zijn de auteurs onbekend. Dit lied heeft vele wijzigingen ondergaan. De mooiste Poolse kerstliederen worden al eeuwenlang gezongen in kerken en huiskamers, hetzelfde geldt voor het kerstlied "Przybieżeli do Betlejem", dat met veel liefde door kerstliedzangers gezongen werd.
"Lulajże, Jezuniu" (Slaap kindje Jezus, slaap) – dat is een kerstlied dat al vele eeuwen geassocieerd wordt met het Poolse nationale bewustzijn. Het lied was een inspiratie voor vele artiesten zoals bijvoorbeeld Fryderyk Chopin en Jacek Kaczmarski. Het kerstlied is waarschijnlijk in de 18e eeuw ontstaan, hoewel de huidige versie anders is dan de oorspronkelijke versie. De actuele, bekende versie komt uit de bloemlezing van priester Michał Marcin Mioduszewski getiteld "Pastorałki i kolędy z melodyjami czyli piosnki wesołe ludu w czasie świąt Bożego Narodzenia po domach śpiewane a przez X. M. M. M. zebrane" (Verzamelde pastorales en kerstliederen met melodieën oftewel feestelijke volksliedjes tijdens Kerstmis, gezongen in huizen en verzameld door priester M.M.M.) uit 1843.