Beroemde schilderij van Jan Matejko van 1891, Grondwet van 3 Mei 1791
"Alle macht in de menselijke samenleving vindt haar oorsprong in de wil van het volk" - deze verklaring, opgenomen in de Regeringswet van 3 mei 1791, hoewel dat tegenwoordig niets bijzonders is, was eind 18e eeuw een uitzonderlijke stelling. Uitzonderlijk omdat het document, in de volksmond bekend als de Constitutie van 3 Mei, zo was.
Waarom was dit zo? Waarom wordt deze grondwet al 227 jaar geroemd en als voorbeeld genomen als één van de belangrijkste successen uit de Verlichting, hoewel het slechts 14 maanden van kracht was?
Zygmunt Gloger schreef in zijn „Geïllustreerde Oud-Poolse Encyclopedie 1900-1903” over de Constitutie van 3 mei dat “het zeer ongebruikelijk was, niet eerder vertoond in de geschiedenis, dat de heersende klasse, zonder dat ze daartoe met geweld gedwongen was, vrijwillig afstand deed van haar belangrijkste privileges. Dit is precies hetgeen de Poolse adel in 1791 deed.”
Juist de adel, die eeuwenlang haar privileges beschermde en gaandeweg verdere privileges afdwong ten koste van de macht van de koning. Deze constitutie ontstond in een periode dat Polen zich in een uitzonderlijk moeilijke situatie bevond. Negentien jaar na de Eerste Poolse Deling werd de adel geconfronteerd met de keuze uit twee opties – óf Polen volledig overleveren aan de buurlanden óf verzetten tegen de bezetters, die een zwak en afhankelijk Polen wilden, en hervormingen doorvoeren en haar gezicht redden in de ogen van toekomstige generaties. De elite van de Poolse Republiek, koos aan het eind van de 18e eeuw samen met koning Stanisław August Poniatowski, voor de tweede optie.
De op 3 mei 1791 aangenomen grondwet was de eerste in Europa en pas de tweede in de wereld (na de grondwet van de Verenigde Staten) geschreven, moderne grondwet. Het moest een antwoord zijn op de verslechterde binnenlandse en buitenlandse situatie van Polen, dat 150 jaar eerder nog een van de grootste Europese machten was en grootste land in Europa (met een oppervlakte van 900.000 km2).
Schilderij van Marcello Bacciarelli. De laatste Poolse koning, Stanislaw August Poniatowski. Foto: Wikimedia Commons
De Poolse koning Stanisław August Poniatowski heeft vanaf het begin van zijn regeerperiode (1764) hervormingen doorgevoerd. Hij creëerde een ministerie van Financiën en voerde tolheffing in. Er werd ook een discussie begonnen over de noodzaak voor grondige hervormingen van het wetsysteem.
Dat beviel de buurlanden niet, met name Rusland. Het was in belang van de buurlanden dat Polen zwak was. Tsarina Catherine II en de koning van Pruisen, Frederik Wilhelm II instigeerde een conflict tussen de “conservatieven” in de Sejm en de koning, hetgeen leidde tot de eerste opdeling van Polen in 1771.
Belangrijkste bepalingen van de Grondwet van 3 mei
- Polen is een katholiek land maar tolerant voor andere religies,
- invoering van vrije verkiezingen,
- de instelling van een monarchie met erfopvolging,
- het intrekken van het liberum veto,
- de invoering van de trias politicas,
- de oprichting van een nationaal leger met 100 duizend soldaten,
- de boeren in Polen deel uit laten maken van de koninklijke jurisdictie,
- het instellen van wetten en bepalingen met betrekking tot steden,
- de burgerij kreeg politieke rechten, het recht om grond te bezitten, gunstige voorwaarden voor de ontwikkeling van joodse nederzettingen.
De Constitutie van 3 Mei was een revolutie zonder bloedvergieten
Een belangrijke factor voor het ontstaan van de eerste constitutie in Europa, en pas de tweede in de wereld, was zonder twijfel de Franse Revolutie, dat een symbool werd voor de hervormingsdrang in de geest van de postulaten van de Verlichting. Alhoewel het verloop van de hervormingen in Polen gelukkig weinig gemeen hadden met het verloop van de revolutie in Frankrijk, bleven de gebeurtenissen in 1789, met name de “Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger”, niet zonder gevolgen voor de Poolse elite.
Ondanks de opdelingen van Polen was de herinnering over de tweede ter wereld geschreven grondwet, de Grondwet van 3 Mei, voor de generaties erna een steun in het streven naar onafhankelijkheid. Ondanks dat het verboden was, werd de invoering van de grondwet jaarlijks gevierd door de onder opdeling levende Poolse bevolking. Vanaf het herwinnen van de onafhankelijkheid na de opdelingen, in 1918, werd de nationale feestdag van de Grondwet van 3 mei als de belangrijkste nationale dag gevierd.
De feestdag van de Grondwet van 3 mei werd verboden door de Duitsers en de Sovjets tijdens de bezetting van Polen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tijdens het communistische Polen werd de feestdag vervangen door de Dag van de Arbeid op 1 mei. De Poolse communistische overheid verklaarde de feestdag van de Grondwet van 3 mei officieel als illegaal in 1951. Tot 1989 was de feestdag van Grondwet vaak een dag waarop geprotesteerd werd door anticommunistische demonstranten. Na de omwenteling wordt de Nationale Dag van de Grondwet van 3 mei, vanaf april 1990 in Polen weer jaarlijks feestelijk gevierd. De Nationale feestdag van de Constitutie van 3 Mei is één van de meest uitmuntende Poolse tradities. Het is de dag waarop alle Polen de grondwet vieren, die tijdens een moeilijke periode voor Polen, noodzakelijke hervormingen doorvoerde.
Het Europees Erfgoedlabel is toegekend aan de Constitutie van 3 Mei. Dit prestigieuze initiatief van de Europese Unie eert plaatsen, burgers en ideeën die verband houden met de opkomst van een gemeenschappelijk Europees idee en met de ontwikkeling van Europa. Het Europees Erfgoedlabel is in Polen voorts toegekend aan bijv. Lublin vanwege de Unie van Lublin, of de Scheepswerf in Gdańsk, de geboorteplaats van de vrije vakbond "Solidarnosc. Dit illustreert de grote betekenis van deze Constitutie, niet alleen voor Polen maar ook voor Europa.