De keuken van Podlasië, Warmia-Mazury en het oosten van Mazowsze heeft invloeden overgenomen van de Litouwse keuken uit de tijden dat er een Route bestond van de Litouwse Gastvrijheid. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen veel Litouwers, Wit-Russen en Oekraïeners hier wonen. Deze buren en ook de Tartaren laten nog steeds hun invloed na in de lokale keuken. Typisch voor deze regio zijn ovalen aardappelkoekjes met een vulling van vlees, ook wel kartacz of cepeli genoemd, of in het Litouws: didžkukuliai. In Oleck is dit de lokale specialiteit, in Gołdap is er een kartacz-festival. Aardappel is het ingrediënt van het oosten voor hartige en zoete gerechten: er is een soort aardappelworst – kiszka ziemniaczana, er is Kogel mogel op basis van aardappel, aardappelcake en aardappel-linzensoep. Vaak horen daar ook spekjes en wilde paddenstoelen bij. De keuken van dit grensgebied is moeilijk voor te stellen zonder ‘bliny’, een soort pannenkoekjes met boekweitmeel, zoet of hartig geserveerd. Iets wat je in ander Poolse regio’s niet tegenkomt is ‘sało’, een gepekelde, gekruide, soms ook gerookte, in dunne plakjes gesneden bereiding van een soort spek. Kindziuk is nog een andere moeilijk juitspreekbare naam van iets wat alleen hier wordt gemaakt. Kindziuk is een gedroogde worst. Beroemd in de regio van de Biebrza zijn ook de harde kazen van koemelk, ser korycinski genoemd. In Grajewo is er een melkmuseum. Over melk in productie, in de keuken, in de kunst.
In deze regio bakken ze ook ‘sekacz’, een taartdeeg, dat gegoten wordt op een ronddraaiende stok boven het vuur. De vorm van de sekacz is dan ook hoog, met vele lagen en vol uitsteeksels. Mrowisko is een taart, die overgoten is met maanzaadjes. In de buurt van het Woud van Bialowieza moet je zeker eens een stukje ‘Hajnowski Marcinek’ proeven, of ’s avonds een Zubrowka, een glaasje wodka, dat kruidig smaakt, door toevoeging van een gras in de fles.
De keuken van de Tataren is dan weer een heel aparte smaak. De Tataren leefden vanaf de 14-de eeuw in het Koninkrijk Litouwen en kregen privileges van prins Witold. Het dorp Kruszyniany is momenteel het centrum van de Tataarse cultuur, waar je de Pierekaczewnik kunt proeven, een dun gerold gebak, gevuld met vlees en soms gedroogde vruchten. In de Tataarse keuken eet je vooral schaap, soms in ‘kolduny’ – als vulling in aardappelgebakjes. De Tataarse keuken kent veel varianten van gevulde deeglapjes. De zoete honinggebakjes met de naam ‘czak’ hebben dan weer veel weg van oosterse baklava.
In het oosten van Mazowsze, aan de rivier Bug, loopt er een culinaire route in het teken van de Litouwse Gastvrijheid. In de buurt van Drohiczyn, Siedlec, Wegrow en Sokolow kan je zo proeven van gevulde aardappeldeeglapjes, maar evengoed van een zoete taart met de naam korowaj. In juni gaat in het kasteel van het kleine en gezellige dorpje Liw een Internatioinaal Smaakfestival door.